Zoeken
Galaten 3,18 - Was immers de erfenis afhankelijk van de wet, dan niet van de belofte. Maar God heeft juist door een belofte Abraham zijn genade betoond.
Romeinen 4,13 - Ook de belofte aan Abraham en zijn nakomelingen, dat zij de wereld zouden erven, steunt niet op de wet, maar op de gerechtigheid van het geloof.
Romeinen 4,16 - Daarom hangt het af van het geloof en dus van de genade, en is de belofte verzekerd voor heel het nageslacht, niet alleen voor hen die de wet hebben ontvangen, maar voor allen die het geloof navolgen van ons aller vader Abraham.
Galaten 3,29 - Maar als gij bij Christus hoort, dan zijt ge ook Abraham, ‘nageslacht’, erfgenamen krachtens de belofte.
Romeinen 4,20 - Hij twijfelde geen ogenblik aan Gods belofte. Integendeel, hij heeft God geëerd door de kracht van zijn geloof,
Hebreeën 6,13 - Toen God aan Abraham zijn belofte deed, zwoer Hij bij zichzelf, daar Hij niemand boven zich had om bij te zweren:
Handelingen van de Apostelen 7,17 - Naargelang de tijd van de belofte naderde, die God aan Abraham had gedaan, groeide in Egypte het volk aan en nam sterk toe,
Galaten 3,17 - Ik bedoel dit: een door God bekrachtigde wilsbeschikking wordt niet ongedaan gemaakt door een wet die vierhonderddertig jaar later is gekomen, zodat de belofte zou komen te vervallen.
Psalmen 105,42 - Zo bleef Hij zijn heilig woord trouw, de belofte aan Abraham, zijn knecht;
2 Kronieken 6,16 - Welnu, Jahwe, God van Israël, laat dan ook voor uw dienaar David, mijn vader, uw andere belofte in vervulling gaan: Als uw zonen rechtschapen leven en wandelen overeenkomstig mijn wet, zoals gij dat gedaan hebt, zal Ik het u nooit aan opvolgers op de troon van Israël laten ontbreken.
Deuteronomium 9,5 - Niet om uw verdiensten of om de oprechtheid van uw hart gaat gij hun land in bezit nemen, maar om hun goddeloos leven jaagt Jahwe uw God die volken voor u weg, en tevens om de belofte te houden die Hij uw vaderen Abraham, Isaak en Jakob onder ede gedaan heeft.
Psalmen 119,148 - Mijn oog, eer de nachtwaken ingaan, keert zich peinzend naar uw belofte.
Galaten 4,23 - maar de zoon van de slavin werd geboren naar het vlees, die van de vrije vrouw uit kracht van de belofte.
Psalmen 77,9 - Is voorgoed voorbij zijn genade: zijn belofte, geslachten omvattend, kan zij te niet zijn gedaan?
Hebreeën 7,6 - Maar hij die niet tot hun geslacht behoorde, heeft tienden genomen van Abraham zelf en een zegen gegeven aan de drager van de beloften;
Hebreeën 6,17 - En zo heeft God met een eed voor zijn belofte willen instaan, om de erfgenamen van de belofte nog duidelijker te tonen hoe onwrikbaar vast zijn besluit was.
Romeinen 4,14 - Als zij die zich op de wet verlaten de erfgenamen zijn, heeft het geloof geen zin en blijft de belofte zonder uitwerking.
Galaten 3,21 - Is de wet dan in strijd met de beloften? Geen sprake van! Was er een wet gegeven die het leven kon schenken, dan zou de gerechtigheid inderdaad voortvloeien uit de wet.
Hebreeën 10,36 - Wat ge nodig hebt is volharding, om Gods wil te doen en de belofte binnen te halen.
Psalmen 119,154 - Voer mijn rechtsgeding, doe mij vrijuit gaan; maak mijn leven nieuw naar uw belofte.
Romeinen 9,9 - Want dit woord: Het volgende jaar zal Ik wederkomen en dan zal Sara een zoon hebben, was een belofte.
Galaten 4,28 - Welnu, broeders, gij zijt evenals Isaäk kinderen van belofte.
Galaten 3,14 - opdat in Jezus Christus de zegen van Abraham zou komen over de heidenvolken, opdat wij de belofte van de Geest zouden ontvangen door middel van het geloof.
Galaten 3,16 - Nu zijn de beloften aan Abraham aangezegd en aan zijn nageslacht. (Het woord staat niet in het meervoud, maar in het enkelvoud: en aan uw nageslacht en dat nageslacht is Christus).
Romeinen 9,4 - Immers, zij zijn Israëlieten, hun behoort de aanneming tot zonen, de heerlijkheid, de verbonden, de wetgeving, de eredienst en de beloften;
2 Tessalonicenzen 2,16 - Moge onze Heer Jezus Christus zelf, moge God, onze Vader, die ons zijn liefde heeft betoond en ons in zijn genade eeuwige troost en blijde hoop heeft geschonken,
2 Kronieken 6,17 - Nu dan, God van Israël, laat toch uw belofte aan uw dienaar David in vervulling gaan!
Prediker 5,3 - Heb je God een belofte gedaan, volbreng ze dan zonder uitstel. Hij houdt niet van dwazen. Wat je beloofd hebt moet je volbrengen.
Handelingen van de Apostelen 13,23 - Uit diens nakomelingschap heeft God volgens belofte voor Israël een Verlosser doen voortkomen, Jezus,
Handelingen van de Apostelen 13,32 - Wij dan verkondigen u de blijde boodschap, dat God de belofte aan de vaderen gedaan,
Handelingen van de Apostelen 26,6 - En nu sta ik terecht om de hoop op de belofte die door God aan onze vaderen is gedaan;
Romeinen 9,8 - dat betekent: niet de kinderen naar het vlees zijn kinderen van God, maar de kinderen der belofte worden als nageslacht beschouwd.
2 Timoteüs 1,1 - VAN PAULUS, apostel van Christus Jezus door de wil van God, volgens de belofte van het leven dat in Christus Jezus is,
Galaten 3,19 - Waartoe dient dan de wet? Die is er bij gekomen met het oog op de overtredingen, tot aan de komst van het nageslacht, op wie de belofte betrekking heeft. Ze is uitgevaardigd door engelen door tussenkomst van een middelaar.
Jeremia 44,25 - Dit zegt Jahwe van de machten, Israëls God: Vrouwen, u blijft bij wat u beloofd hebt. U zegt: Wij houden de belofte die wij hebben gedaan; wij brengen reukoffers en plengoffers aan de koningin van de hemel. Houdt die belofte dan maar en komt ze na.
1 Kronieken 17,23 - Welnu dan, Jahwe, laat het woord dat Gij gesproken hebt over uw dienaar en zijn huis voor altijd bestendig zijn, en handel overeenkomstig uw belofte.
Psalmen 138,2 - buigen wil ik voor uw heiligdom, prijzen uw naam om uw goedheid en om uw trouw: hoger nog dan uw roep van voorheen hief Gij hoog uw belofte.
Hebreeën 11,17 - Door het geloof heeft Abraham, toen hij op de proef gesteld werd, Isaak ten offer gebracht. Hij die de beloften had ontvangen, stond op het punt zijn enige zoon te offeren,
2 Korintiërs 1,20 - Want alle beloften van God zijn in Hem waar gemaakt. Daarom spreken wij door Hem ook ons ‘Amen, Ja, zo is het’, God ter ere.
1 Koningen 8,26 - Nu dan, God van Israël, laat toch deze belofte aan uw dienaar David, mijn vader, in vervulling gaan.
Handelingen van de Apostelen 2,39 - Want die belofte geldt u, uw kinderen en allen die verre zijn, zovelen de Heer onze God roepen zal.”
Romeinen 15,8 - Ik bedoel dit: ter wille van Gods trouw is Christus dienaar geweest van het Joodse volk, om de beloften aan de aartsvaders waar te maken;
2 Korintiërs 7,1 - Geliefden, zulke beloften zijn ons gedaan; laten wij ons dan zuiveren van elke smet van vlees en geest, en vol ontzag voor God het werk van onze heiliging voltooien.
Efesiërs 2,12 - bedenkt dat gij indertijd van Christus gescheiden waart, uitgesloten van de gemeenschap van Israël en van de verbonden waaraan de belofte verbonden was, zonder hoop en zonder God in de wereld.
1 Johannes 2,25 - En gij kent de belofte die Hij ons zelf gedaan heeft: de belofte van eeuwig leven.
Numeri 14,40 - De volgende morgen wilden zij de berg opgaan. Zij zeiden: `Wij staan klaar om op te trekken naar de plaats van Jahwe's belofte. Wij hebben gezondigd.'
Romeinen 6,14 - De zonde mag niet over u heersen, want gij staat niet onder de wet, maar onder de genade.
Romeinen 4,3 - Immers, wat zegt de Schrift? Abraham heeft God geloofd en dat geloof is hem aangerekend als gerechtigheid.
Galaten 2,21 - Ik doe de genade van God niet teniet: als de wet ons kon rechtvaardigen, dan was Christus voor niets gestorven.
Prediker 8,12 - De zondaar blijft immers leven, ook al doet hij honderd keer kwaad. Ik weet wel dat ze zeggen: Wie God vreest zal het goed gaan juist omdat hij God vreest.